De Toren
De toren van de Sint Nicolaaskerk werd in 1834 ter vervanging van de oudere toren gebouwd.
Het carillon
Het carillon heeft een omvang van 51 klokken, hiervan zijn de c2-chromatich-c4 in 1911 door klokkengieterij Taylor uit het Engelse Loughborough gegoten, de overige klokken zijn werkstukken van klokkengieterij Petit & Fritsen uit de jaren 1979, 1991 en 2000.
Geschiedenis
In 1544 goot klokkengieter Geert II van Wou een luidklok voor de toen net nieuw opgebouwde toren, een luidklok die voor 1835 weer verdwenen is uit Appingedam, ook was er waarschijnlijk voor 1620 al een voorslag aanwezig in de toenmalige toren.
In 1620 goot de uit Lotharingen afkomstige klokkengieter Francois Simon een klokkenspel van 13 klokken voor de Damster toren. Deze moesten de 10 klokken, die in 1580 door Groningers werden ontvreemd, vervangen. In 1722 goot Mames Fremy twee luidklokken voor Appingedam, een hiervan werd in 1763 door J. Borchhard hergoten, de andere werd in 1835 bij de herbouw van de toren verkocht. De Borchhard klok werd in 1943 gevorderd door de bezetters en keerde niet terug.
In 1835 was de toren zo bouwvallig geworden dat deze afgebroken werd, echter men bouwde wel een nieuwe toren, de huidige toren. Het carillon kwam ook terug, Klokkengieterij A.H. van Bergen uit Midwolda goot acht nieuwe carillonklokken bij de bestaande zes Simon klokken, er onstond een klein klokkenspel van 14 klokken. Op de verjaardag van de koning 24 augustus 1835 speelde de beiaardier voor het eerst op het vernieuwde klokkenspel. Het klokkenspel was alleen met het handspel bespeelbaar, er was geen automatisch spel aanwezig. Tot 1911 bleef het klokkenspel zo in stand, echter in Appingedam in dat jaar werd het oude klokkenspel vervangen door een geheel nieuw carillon! Door bemiddeling van de Amsterdamse uurwerkmaker Addicks kwam er een nieuw carillon gegoten door de Engelse klokkengieterij Taylor uit Loughborough, Engelse klokken omdat de Nederlandse klokkengieters niet meer in staat waren om een gestemd carillon te produceren. Het eerste in de evenredige stemming gestemde carillon dat tot 1937 door de Engelse klokkengieters aan de Nederland geleverd werden. Het klokkenspel kreeg een speeltrommel gebouwd door de firma Addicks, bijzonder is dat deze speeltrommel uitgevoerd werd met verschuifbare noten, een uitvinding van Addicks. Een speeltrommel die later in onbruik raakte, maar terug gevonden en later een plek kreeg in het Klokkengietersmuseum in Heiligerlee. In 1999 kwam er toch weer een speeltrommel terug in Appingedam, een uit Gorinchem afkomstige speeltrommel. Deze wordt drie keer per jaar verstoken.
Het spel werd in 1943 door de Duitse bezetter gevorderd, maar gelukkig keerde het carillon terug na de bevrijding.
Latere toevoegingen (1979, 1991, 2000) door de klokkengieterij Petit & Fritsen brachten de klokken op het huidige aantal (51 klokken: f1-a5). De drie luidklokken zijn ook in het carillon opgenomen..
Speeltijden
Adolph Rots speelt van mei t/m september op zaterdag van 11.00 tot 11.30 uur.