De Beiaard van het Raadhuis van Barneveld
De Toren
De gietijzeren onderbouw van de toren van het uit 1862 daterende Raadhuis was vervaardigd door de Zwolse ijzergieter G.J.Wispelweij. In 1957 werd deze stijlvolle toren wegens bouwvalligheid vervangen door een achtkantig bouwseltje, vervaardigd door een Barneveldse aannemer. Bij een nadere inspectie door Gemeentewerken Barneveld bleek dit torentje dringend aan onderhoud toe. Na lang wikken en wegen besloot de Barneveldse gemeenteraad uiteindelijk om de achtkantige lantaarn uit 1957 te vervangen door een gereconstrueerde toren op basis van de bewaard gebleven oorspronkelijke bouwtekening.
De Beiaard
In de herfst van 1998 werden de 44 Barneveldse klokken gegoten waarvan veertien stuks met randversiering en gietersopschrift. De omvang van de beiaard werd: g 2 t/m d 6. Het gewicht van de klokken bedroeg 1040 kg. De klokken werden gestemd in 1/5 komma middentoonstemming, een stemming die Gottfried Silbermann regelmatig toepaste bij nieuwe orgels en clavecimbels.
Geschiedenis
Op 16 december 1998 vierde de Vereniging voor Plaatselijk Belang Barneveld haar honderdjarig bestaan. ter gelegenheid daarvan werd een nieuwe beiaard aangeboden aan het gemeentebestuur van Barneveld. Deze beiaard werd geplaatst in de Raadhuistoren en ingespeeld door de adviseur en beiaardier Henry Groen. Al in 1995 leefde bij leden van de Vereniging voor Plaatselijk Belang Barneveld het plan een klein klokkenspel te plaatsen in de Raadhuistoren. Bij adviseur en oud beiaardier van Barneveld Henry Groen groeide stilaan het idee om het plan voor een klein klokkenspel om te buigen naar een handbespeelbare beiaard. Het bestuur van Plaatselijk Belang verzocht beiaardier/adviseur Henry Groen om dit plan nader uit te werken. In het voorjaar van 1995 was het bestek klaar. Vier klokkengieterijen kregen het verzoek een offerte te maken. Na een kritische vergelijking bleef uiteindelijk de Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritsen over. Zij hadden een gedegen uitwerking gemaakt van het plan en zij konden ook voldoen aan de geuite wens, namelijk het leveren van een speeltrommel.
De speeltrommel werd omstreeks 1910 vervaardigd door Léon van Rie, ‘Horlogerie Monumentále et Carillons’ te Quaregnon les Mons in België. De trommel telde 30 maten en 21 banen en is uitgebreid naar 60 maten. De originele schuifnoten waren niet meer beschikbaar. Thans is gebruik gemaakt van een restant antieke vaste noten. De trommel wordt elektrisch aangedreven en krijgt elk half uur een signaal via de moederklok van het computerspeelwerk. De verstoken melodieën klinken na de uur- en halfuurslag. De trommel is versteekbaar volgens het verloren tuimelaarprincipe waarbij er 34 hamers beschikbaar zijn voor 20 lichters. 21 klokken zijn voorzien van hamers. Dertien klokken hebben dubbele hamers. Alle 34 afvallende hamers zijn aangesloten volgens het broeksysteem. Vanwege de beperkte ruimte zijn de meeste hamers vier tot vijfmaal gebroekt. Een enkeling heeft zelfs zes broekverbindingen. Ook de doorvoer van de draden door de klavierkamer achter het stokkenklavier is aangelegd met broekverbindingen omdat de sleufopening in het bellenplat zich niet recht boven de sleufopening in de vloer van de klavierkamer bevindt.
Speeltijden
De vaste beiaardier Boudewijn Zwart van Barneveld speelt op vrijdag van 09.00 tot 10.00 uur.
- Foto’s Hans van Dijk 1998