Carillon van Zaltbommel

Het carillon van de Gasthuistoren van Zaltbommel

De Toren

De toren was deel van de voormalige Gasthuiskerk. Het benedengedeelte stamt uit de 15e eeuw. Het bovengedeelte is na een brand omstreeks 1530 aangebracht. De spits met de lantaarn voor het carillon werd in opdracht van de Duitse bezetter in de winter van 1944/45 afgebroken. In de jaren 1956/58 werd de bovenbouw van de toren herbouwd.

Het carillon

Het carillon heeft een omvang van 35 klokken met als zwaarste klok een des2 van ongeveer 245 kg. De klokken zijn gegoten door François en Pieter Hemony (1654) Jan Albert de Graven (1721) en klokkengieterij Eijsbouts (1957).

Ruiterspel

Halverwege van de toren bevind zich een Ruiterspel, bij de uurslag draaien twee ruiters met lansen en twee hellebaardiers tegen elkaar in. Bovendien staan er nog twee niet bewegende ruiters met trompetten.

Geschiedenis

Het is waarschijnlijk dat na de herbouw van de spits van de toren in 1530 een voorslag werd aangebracht in de lantaarn van de toren, afkomstig van de klokkengieter Jaspar Moer, tot 1944 bevond zich een uurklok van deze gieter in de toren. Echter in 1654 verrijkte de gieters Hemony de toren met een klein klokkenspel van 20 klokken. Later nog in 1721 door de klokkengieter Jan Albert de Grave uitgebreid met drie kleine klokken. In 1733 kwam er een nieuw trommelspeelwerk voor het automatischespel, en een uitbreiding met vijf klokken gegoten door Petrus Bouvrie uit Maastricht. In 1897 werd het stokkenklavier vervangen door een pianoklavier, een trend in die dagen, het was geen succes en is na de tweede wereldoorlog ook weer ongedaan gemaakt. In 1931 werden drie klokken vervangen door de gieterij van Petit & Fritsen. Doordat Zaltbommel in het laatste oorlogsjaar in de frontlinie kwam te liggen kwam het bevel van de Duitse bezettingsmacht om de toren af te breken. Het gevaar dreigde dat de prachtige klokken voorgoed zouden verdwijnen. Smid Cees Mooring heeft met gevaar voor eigen leven de klokken uit de toren verwijderd, en in zijn tuin begraven.

De toren na de oorlog zonder bovenbouw (bron: Beeldarchief Regionaal Archief Rivierenland)

Na de herbouw van de spits van de toren, in 1956 werd de beiaard weer in de toren aangebracht, men heeft nog overwogen om het carillon met een zwaar bas octaaf een plek te geven in de massieve Sint Maartenstoren omdat de ruimte zo beperkt was in de Gasthuistoren. Gelukkig kreeg dit plan geen toestemming van de Rijksdienst van Monumentenzorg. De grote uurslagklok van Jaspar Moer en het trommelspeelwerk keerde niet terug in de toren, het laatste werd vervangen door een bandspeelwerk van het elektromagnetische type. De uurklok van Jaspar Moer kreeg een museale bestemming in de Sint Maartenskerk. In 2020 is het bandspeelwerk vervangen door een pneumaat en bij die gelegenheid kreeg het carillon ook een nieuw klavier.

Speeltijden

Ru Stolk en Wout van der Linden bespelen het carillon van mei tot september op vrijdag van 19.00 tot 19.30 uur en tweewekelijks op dinsdag van 11 tot 12 uur.

Torens