Carillon van het Paleis Amsterdam

De koepel van het Koninklijk Paleis Foto Hans van Dijk

De Koepel

Vlak bij de plaats waar op 7 juli 1652 het oude Amsterdamse Stadhuis in vlammen opging was reeds meer dan vier jaren te voren de eerste van de 13.659 palen geheid voor het door Jacob van Campen ontworpen nieuwe Stadhuis, sedert 1808 het Koninklijk Paleis. Reeds op 29 juli 1655 was dit machtige bouwwerk, dat door velen “het achtste wereldwonder” is genoemd, zó ver gevorderd, dat het stadsbestuur er op feestelijke wijze zijn intrek in kon nemen. Daarna zou het echter nog tot 1665 duren voordat de koepelvormige toren geheel was voltooid. De zes bronzen beelden die op het dak van het Paleis prijken, voorstellende de Voorzichtigheid, de Matigheid, de Wakkerheid, de Rechtvaardigheid, de Vrede en Atlas met de aardbol, zijn in de jaren 1662 tot 1665 gegoten door niemand minder dan François Hemony, naar een ontwerp van zijn buurman Artus Quellinus.

Het stadhuis met de nooit gebouwde toren van de Nieuwe Kerk

Het carillon

De omvang van het klokkenspel is 47 klokken met de tonen b0 (klaviertoon C) – cis1 – dis1 – chromatisch – b4. De 9 zwaarste klokken zijn in 1664 door François Hemony gegoten, terwijl de overige 38 klokken in 1965 door klokkengieterij Eijsbouts zijn gegoten. 28 klokken ter vervanging van de Hemony klokken die bij de restauratie in de jaren 1963-1966 buiten gebruik gesteld zijn. En de kleinste 10 ter uitbreiding van de beiaard tot de omvang van vier octaven.

Na de herstel van de klokken worden de nieuwe klokken weer de koepel in gehesen, 19 april 1966. Foto Jongerhuis, Pieter, Nationaal Archief / Fotocollectie Anefo

Geschiedenis

Hoewel het stadsbestuur van Amsterdam reeds op 18 maart 1655 besloten had om de koepel van het nieuwe Stadhuis van een klokkenspel te voorzien, zou het nog tot 4 april 1664 duren vóórdat het klokkenspel, bestaande uit 35 klokken, werd besteld bij François Hemony. De beiaard van dit “achtste wereldwonder” is zeker het meesterwerk geweest van François Hemony, het is dan ook jammer dat just dit klokkenspel zo te lijden zou krijgen van de corrosievorming aan de binnenzijde van de klokken.

In 1699 werd de beiaard uitgebreid met twee kleine klokken, net als de andere Amsterdamse beiaarden. De klokken werden gegoten door Claes Noorden en Claude Fremy. In 1940 werden deze twee klokjes vervangen door twee klokken gegoten door klokkengieterij Petit & Fritsen, deze klokjes waren een geschenk van de Amsterdamse burgerij aan de beiaardier van het Paleis ter gelegenheid van zijn 40 jarig jubileum als Paleisbeiaardier.

Meer dan een halve eeuw, van 1900 tot 1952, bespeelde Jacob Vincent de klokken van het Koninklijk Paleis. Vincent had zijn eigen stijl, volksliederen en gezangen alles in een gedragen tempo. Hiermee was hij de tegenhanger van de vlaamse beiaardier Jef Denijn. In 1936 verklaarde hij “In 1916 begon men de zoogenaamde ‘Belgische speelwijze’ ons land binnen te halen. Ik heb mij daar van stonde af aan tegen verklaard en ben er nog een bestrijder van” In 1936 verklaarde Jacob Vincent in een gesperk met Ralf de Raedt “Toen ik op 30 april 1909 een concert gaf ter gelegenheid van de geboorte van Prinses Juliana, zag ik tot mijn groote verbazing en verheuging een verzameling van duizenden toehoorders op het plein, die het spel beluisterden” In diezelfde zomer begon hij met zomeravondbespelingen, op kerstavond speelde hij een uur lang kerstliederen. Het daaropvolgende jaar kwamen daar nog de ‘Paaschklokken’ bij op eerste paasdag ‘s-morgens om half acht, met bazuinen en trompetten. Jaar in jaar uit ging dit door, in later jaren ook via de radio! En dit alles met een publiek waar vandaag de dag beiaardiers alleen maar van dromen.

Juist de fraaie Hemony beiaard van het Paleis heeft te lijden gekregen van corrosievorming aan de binnenzijde van de klokken. Tijdens de restauratie van het voormalig Stadhuis, sinds 1808 Koninklijk Paleis, bleek dan ook de noodzaak van een ingrijpend herstel. Slechts 9 Hemony basklokken zijn gehandhaafd in het spel, Klokkengieterij Eijsbouts goot in 1965 38 nieuwe klokken. De buiten gebruik gestelde klokken worden in het Paleis bewaard.

Speeltijden

Frits Reynaert speelt van 12 tot 13 uur het hele jaar op de eerste maandag van de maand, bovendien elke maandag van half juni tot half september en december ook van 12 tot 13 uur.

Muziek van het carillon van het Paleis

Jacob Vincent speelde op 1 september 1947 ‘Loflied op de Hollander en de Zeeuw’

Loflied op de Hollander en de Zeeuw door Jacob Vincent

De Speeltrommel

De speeltrommel van het paleis met een medewerker van klokkengieterij Eijsbouts en beiaardier Frits Reynaert

Melodieën op de speeltrommel:

heel uur: Hoe groot O Heer en hoe Vervaerlic – uit “Valerius Nederlandtsche Gedenck Clanck”
kwart over: Barbara Allen – Engels volksliedje
half uur: Waltzing Mathilda – Australisch Volksliedje
kwart voor: Thema uit ballet Het Zwanenmeer – Pjotr Iljitsj Tsjaikovski

Torens