Amsterdam Oude Kerkstoren

Oude Kerkstoren Foto Hans van Dijk

De Toren

Sedert de wijding van de Oude of St.Nicolaaskerk in 1306 is in de loop van daarop volgende eeuwen zowel het kerkgebouw als de daarbij behorende toren meermalen verbouwd en hoger opgetrokken. De belangrijkste van deze verbouwingen geschiedde in de jaren 1536-1566. De toren is in die tijd voorzien van een geheel nieuwe houten spits. Aangenomen mag worden dat dit geschiedde naar een ontwerp van de bouwmeester Joost Janszoon. Dezelfde spits vormt ook thans nog de bekroning van de toren.

De speelklokken in de klokkenstoel Foto Hans van Dijk

Het carillon

Het carillon bestaat uit 47 klokken met als zwaarte klok een bes0 van ongeveer 3300 kg. De 14 zwaarste klokken zijn gegoten door François Hemony in 1658. De resterende klokken zijn gegoten door Klokkengieterij Eijsbouts in de jaren 1964/5.

Buitengebruik gestelde Hemony klokken uit het carillon op de torenzolder Foto Hans van Dijk

Overige klokken

In de toren bevinden zich de in 1964 21 buiten gebruik gestelde Hemony klokken, boven in de lantaarn bevind zich een uit de 15e eeuw door een onbekende gieter gegoten klok. Deze klok is wellicht een speelklok geweest in het klokkenspel wat voor het Hemony spel in de toren heeft dienstgedaan. In 1659 goot François Hemony een nieuw viergelui voor de Oude Kerkstoren, dit 4 gelui was de vervanger van een gelui uit het begin van de 16e eeuw. De zwaarste klok van dit gelui, een klok van gieter Willem en Jasper Moer uit 1511, bevind zich nu op de Zuiderkerkstoren. Thans bevinden zich nog twee Hemony klokken van het viergelui in de toren, twee klokken zijn vervangen door klokken gegoten Claude Fremy (1689) en Pieter Seest (1771).

Geschiedenis

Er was al vroeg spraken van een klokkenspel op de Oude Kerkstoren, in 1617 werd een klokkenspel van 18 speelklokken vanaf de Oude Kerkstoren overgebracht naar de Zuidertoren. Dit spel was gegoten door Jacob Waghevens en Adriaan Steyaert te Mechelen. Deze klokken moesten plaats maken voor een nieuw carillon van 20 klokken, dat later nog uitgebreid werd met 8 klokken. Het spel werd gegoten door Hendrick Aeltsz. van Meurs uit Utrecht. Het klokkenspel werd geen lang leven beschoren, in 1658 moest het al plaats maken voor een nieuw klokkenspel gegoten door François Hemony. Het nieuwe spel van Hemony had een omvang van 35 klokken. Een opmerkelijk carillon, de zwaarste beiaard die Hemony tot dan toe volledig gegoten had. In 1700 werd het spel nog uitgebreid met twee kleine klokken gegoten door de Amsterdamse klokkengieterij van Claes Noorden en Jan Albert de Grave. In 1932 kreeg het carillon als eerste in Amsterdam een nieuwe inrichting volgens de inzichten van de Vlaamse beiaardier Jef Denijn. Het broeksysteem maakte plaats voor een systeem van tuimelaars, en er kwam een klavier naar Vlaams model zonder de ‘orgelpedalen’. De twee klokjes van van Noorden en De Grave werden vervangen door twee exemplaren van de Engelse klokkengieterij van Johan Taylor, later, in 1940, werd het spel nog uitgebreid met een d4 klokje gegoten door de klokkengieterij van Petit & Fritsen. In 1952 kwam er een uitbreiding tot een volledig spel van 4 octaven, klokkengieterij Eijsbouts goot 12 nieuwe klokken, waarvan 4 ter vervanging van de klokken uit 1932/40. Helaas was ook het carillon door de luchtvervuiling aangetast, en hierom werden slechts 14 Hemony klokken in het spel gehandhaaft, Klokkengieterij Eijsbouts goot 33 nieuwe klokken ter vervanging. Thans in 2021 ondergaat de toren en ook het carillon een groot herstel.

De Amsterdamse stadsbeiaardier Gideon Bodden achter de speeltafel van de Oude Kerkstoren Foto Hans van Dijk

Speeltijden

Boudewijn Zwart speelt op dinsdag van 16.00 tot 16.30 uur, Gideon Bodden op zaterdag van 16 tot 17 uur.

Intermezzo III Leen ’t Hart door Todd Fair op de beiaard van de Oude Kerkstoren van Amsterdam
Het automatisch spel met de speeltrommel

Torens